Psychiater Christiaan Vinkers maakt zich zorgen over het oerwoud aan burnout-behandelaars, zo vertelt hij aan NRC op 9 oktober jl., want ‘wetenschappelijk is onduidelijk wat werkt’. Dat is niet helemaal juist: nieuw onderzoek toont in ieder geval aan wat níet werkt. Daarbij is het de vraag of psychiaters de juiste beroepsgroep zijn om een burnout te diagnosticeren, laat staan te behandelen.

Diagnose
Vinkers stelt dat psychiaters geen burnout kennen: ‘het staat niet in de DSM-5 en komt ook niet aan de orde in de opleiding’. De DSM-5 is ontwikkeld als afwegingskader, dat richting kan geven aan een behandeling. Het is nooit bedoeld als diagnose-instrument, maar wordt wel zo gebruikt door psychiaters, met alle gevolgen van dien. Nog niet zo lang geleden was Multiple Sclerose een ziekte die ‘tussen de oren zat’. Het was destijds namelijk onmogelijk om MS aan te tonen met fysiek onderzoek, dus bestond de ziekte simpelweg niet. Dat burnouts (nog) niet volgens de DSM-5 gediagnosticeerd kunnen worden, zegt dan ook vooral iets over de DSM-5. Het is daarbij de vraag of psychiaters zich met burnouts bezig moeten houden; ongecompliceerde beenbreuken worden immers ook niet behandeld door een traumatoloog.

Behandeling
In Vinkers’ boek ‘In de ban van burn-out’ hoopt hij dat mensen met een burnout zelf gaan onderzoeken wat ze nodig hebben om met hun stress om te gaan. Ervaring leert dat mensen met een burnout daar niet meer toe in staat zijn. Als zij dat hadden kunnen onderzoeken, hadden ze dat immers al lang gedaan. Juist de overmatige productie van stresshormonen zorgt ervoor dat de hersendelen (zoals de neocortex) die nodig zijn om logisch te redeneren en zelfreflectie toe te passen, minder goed functioneren. Dat is ook waarom psychotherapie niet effectief is bij een burnout, zoals blijkt uit de alsmaar oplopende verzuimduur.

Wetenschappelijk onderzoek wijst in dezelfde richting. Begin van dit jaar is er een paraplustudie gepubliceerd over de effectiviteit van psychotherapie (gesprekstherapie en cognitieve gedragstherapie) en psychofarmacatherapie (pillen) voor mentale ziekten bij volwassen. Het betrof een meta-analyse waarin 3.782 onderzoeken en in totaal 650.514 patiënten waren opgenomen. Uit de analyse van al die onderzoeken blijkt dat de huidige behandelmethodes van psychische aandoeningen niet effectief zijn. De onderzoekers pleiten daarom voor een paradigmashift in de psychiatrie. Uit een ander recent grootschalig onderzoek blijkt dat antidepressiva – die veelvuldig worden voorgeschreven bij burnout – veel minder effectief zijn dat werd aangenomen.

Samengevat: psychiaters zijn niet in staat een burnout vast te stellen, het is de vraag of ze zich met burnouts bezig moeten houden en psychotherapie en medicatie blijken geen effectieve behandeling.

Wat werkt wel?
Vinkers vertelt dat hij ontdekte dat ‘de binnenwereld als aanjager van stress een veel grotere rol bleek te hebben dan ik dacht’. In onze praktijk kwamen we tot dezelfde conclusie. We zien dat het onbewuste brein (waar de automatisch piloot en de overtuigingen zitten) en intergenerationele overdracht een grote rol spelen bij het ervaren van stress. Behandelingen zouden zich hierop moeten richten, en het wetenschappelijk onderzoek naar burnouts zou niet uit klinische interviews moeten bestaan, zoals bij depressie en angst, maar zou hersenactiviteiten visueel moeten maken met beeldvormende technieken, gebaseerd op klinische EEG’s.

Vinkers veegt de vloer aan met ‘zelfverklaarde burnout experts’ en met het grote aanbod dat op internet te vinden. Het is inderdaad de vraag of we moeten vertrouwen op ervaringsdeskundigen die geloven dat ze weten hoe ze een burnout kunnen verhelpen, omdat ze zelf uit een burnout zijn gekomen. Cross-disciplinair onderzoek en neurowetenschappelijke ontdekkingen zoals neurogenese, neuroplasticiteit en spiegelneuronen zijn veelbelovend bij de behandeling van burnouts. Als er minder psychiaters ‘in de ban van de burnout’ zijn, ontstaat er wellicht meer ruimte voor onderzoek naar effectievere behandelingen van burnouts.

 

Drs. Ellen Botman MBA is neurosocioloog (wetenschap van het effect van de sociale context op de hersenen) en Master of Business Administration. Momenteel is zij bezig met promotieonderzoek in de metafysische wetenschappen, waar psychologie en belangrijk onderdeel van is.